Vandaag deelgenomen aan het bijzondere congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Twee interessante onderwerpen: Het eerste ging over veiligheid en politie op lokaal niveau, dat kon helaas niet zo worden uitgewerkt omdat Minister Opstelten ontbrak. In de korte discussie eromheen werd wel geconstateerd dat de politie nu te ver van de gemeente af staat.
Breed gedragen wordt de rol van de wijkagent. Juist in het signaleren van ontwikkelingen en het voorkomen van nare uitwerkingen heeft deze functionaris een belangrijke rol. Dat is een andere dan de “BOA” een functionaris die vooral bij de handhaving een nuttige rol kan vervullen. Budgettair heeft de nationalisatie van de politie en het toevoegen van de BOA wel consequenties. Vanuit de gemeenten wil men daarover het gesprek met de minister wel aangaan. Immers de zichtbaarheid van de wijkagent komt nu teveel in de knel. Kortom wordt vervolgd.
Vanuit het bestuur van de VNG werd door Annemarie Jorritsma stilgestaan bij het gedrag van de landelijke overheid. Zij stelde de retorische vraag: is het Rijk wel klaar voor de transformatie? De bestuurlijke druk vanuit Den Haag die het proces van decentralisatie begeleidt geeft het antwoord: Duidelijk niet. Waarom worden anders die vele vragen en extra regels gesteld bij de uitvoering van de 3 decentralisaties? Meekijken is oké maar dat decentraliseren leidt tot verschillen tussen gemeenten, dat moge duidelijk zijn.
Het tweede onderwerp ging over de zorg. Staatssecretaris van Rijn, met de decentralisaties in zijn portefeuille, werd geïnterviewd. Hij wist aardig het beeld te schetsen dat het echt aan de gemeenten is. De overheid biedt waar nodig de helpende hand. Wel blijkt dat er veel details nog geregeld dienen te worden met betrekking tot de verdeling van de verantwoordelijkheden en de onderlinge afstemming van alle betrokken partijen.
Als inderdaad de ruimte geboden en genomen wordt om van 2015 een jaar van transformatie te maken dan kan het nog allemaal goed komen. Dat houdt in: initiatief nemen vanuit en vooral mét de gemeente, dat is waar het om zou moeten gaan.
Keukentafelgesprekken als start van het gesprek met de individuele burger om te bezien wat echt nodig is. Gezamenlijk opstellen van dorpsvisies om te bezien wat er op wijkniveau gewenst is en gelijk daarbij de vraag opgepakt hoe we van droom naar daad komen en die visie kunnen realiseren. Dat zijn toch de stappen die we nu moeten gaan doen. Voor Ondernemend Beek wil dat toch echt zeggen. De schouders eronder en samen verder? Dat is nou precies wat Progressief Beek voor het komend jaar op haar actielijst heeft staan. Doet u mee?