Donderdagavond nam de gemeenteraad van Beek de belangrijkste besluiten van dit decennium: zij stelde kaders vast voor de uitvoering van haar nieuwe taken op het gebied van zorg, jeugdzorg en participatie. Twee keer, in 2009 en 2013, nam de raad reeds unaniem een door Progressief Beek ingediende motie aan. In die moties sprak zij haar zorgen uit over de toenemende bureaucratie en de afnemende kwaliteit van de zorg. En zij schetste de contouren hoe die zorg er in de toekomst uit moet zien.
Progressief Beek is trots en dankbaar dat de gehele raad hierbij steeds gezamenlijk is opgetrokken. Op kritieke momenten blijkt zij in het belang van Beek onderlinge meningsverschillen en electorale spanningen opzij te willen zetten. De raadsvoorstellen die op 27 februari zijn aangenomen leunen zwaar op de beide moties. De nadruk wordt gelegd op kanteling, stimuleren van eigen kracht, geïntegreerd invoeren van de drie decentralisaties, het principe één cliënt – één plan – één regisseur, minder bureaucratie, Een grote rol voor professionals in de zorgsector, intensieve samenwerking tussen gemeente,professionals en gebruikers en tussen professionals onderling, preventie, versterking van de eerste lijn, burgerparticipatie en wijkgerichte uitvoering, en een manier van aanbesteden die gericht is op kwaliteit van zorg. Er is een dijk van een raadsstuk aangenomen, al moet de uitvoering van alles wat is afgesproken nog beginnen.
In het debat maakte Progressief Beek enkele kanttekeningen. De partij steunt de keuze voor de gemeente als regisseur bij de uitvoering van taken op het gebied van zorg en participatie. De gemeente is regisseur, maar wel bescheiden op de achtergrond. Want het zijn de hulpverleners en de burgers die het werk moeten doen. Dat geldt zowel bij de indicatiestelling als voor de zorgverlening zelf. Intake en indicatie zijn wezenlijke onderdelen van de hulpverlening en moeten zo min mogelijk worden overgenomen door ambtenaren.
Progressief Beek vroeg verder, in het verlengde van de eerder aangenomen moties, om bij de aanbesteding van zorgtaken kwaliteitseisen te stellen die verder gaan dan alleen de zorg die valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dezelfde zorgverleners die voor de gemeente de WMO uitvoeren, zijn ook verantwoordelijk voor de persoonlijke verzorging en de verpleging. Kwaliteitseisen moeten ook hierop betrekking hebben.
Progressief Beek uitte ook de wens om de GGD als beleidsadviseur in te schakelen bij de uitvoering van zorg en jeugdzorg. De uitvoering van het plan gaat nu beginnen. De teerling is geworpen. Er wacht ons nog een opgave van ongekende omvang. Die opgave is: met minder geld de zorg voor, en de participatie van onze burgers beter organiseren. Want de gemeente kan dat in principe het beste. De gemeente moet de zorg redden. Niet meer en niet minder.